“Oke, wij gaan aan de slag met inclusie, maar dan willen we wel het echte gesprek voeren”, is de voorwaarde. Mind you, dat echte gesprek wordt zwaar geromantiseerd. Want dan zoeken we de pijnlijke plekken op. Gaan er met z’n allen naar kijken, erover praten, de wonden verzorgen en dan gezamenlijk inclusie vieren met de, Heal the world jingle op de achtergrond. Opgelost toch?!
Spoiler alert
Maar helaas beste mensen, hierbij een spoiler alert. Het echte gesprek is niet leuk. Het echte gesprek is pijnlijk. Confronterend. Het raakt ons diep in ons innerlijke zijn. En ik kan je uit ervaring vertellen, praten over racisme en uitsluiting went nooit. Ook al zoek je het gesprek zelf op. Het antwoord is net zoals de dood, altijd onverwachts.
Feiten
Wanneer je bij kinderen ziet dat ze op jonge leeftijd al vinden dat Marokkanen fietsen stelen en dan vol overtuiging er achteraan zeggen. “Ja maar dat is toch zo.” Gepresenteerd als een feit. Dan ben je daar niet tegen bestand. Het dringt door tot in het diepste van je haarvaten. Het keert je maag om en het wankelt je. Ook als professional.
Geboorterecht
Praten over racisme en uitsluiting betekent namelijk ook erkennen dat er een bedorven waarheid is onder ons. Waarin mensen hun enige universele recht wordt afgepakt en vertrapt. Waar hun geboorterecht wordt ontnomen om er gewoon te mogen zijn. Waarin we de ander durven te ontzeggen wat niet van ons is, namelijk het bestaansrecht.
Tegelijkertijd moeten we ook nog erkennen dat de ruimte die we aan elkaar dienen te geven niets te maken heeft met centimeters. Maar om verkramping en verschrompeling van ons hart en onze samenleving.
Doodmoe
Ik zeg steeds tegen mijzelf, je bent weerbaar en onverschrokken. Maar ik ben vooral strijdbaar en met elke tegenslag wil ik mijn hoofd steeds hoger boven het maaiveld uit laten komen. Met als risico dat deze wordt afgehakt.
En tegelijkertijd maakt het me doodmoe. Dus praat ik mezelf moed in. Want ik wil stevig blijven staan. Voor al die kinderen die zich niet kunnen verweren. Voor hen die systematisch, willens en wetens worden buitengesloten. Voor hen wil ik, en vele andere bierkaaivechters met mij, opkomen. Ik sta voor inclusie en diversiteit, de mooie tegenstelling van uitsluiting en racisme.
Maar er is ook de onbenoemde rauwe, pijnlijke en machteloze kant van inclusiewerkers en die mag genoemd worden. Want tenslotte zijn wij ook mensen. Die willen werken aan een mooiere wereld. Die willen blijven geloven in het feit dat heel veel pleisteren ook kan leiden tot een stevige muur die niet omvalt. Want zoals Paul van Vliet zo mooi verwoordde; “Als wij niet meer geloven dat het kan, wie dan wel?”