“Ik ga ook een hoofddoek dragen”, zegt mijn oud-collega tegen mij nadat ze me uitvoerig vertelt over haar bad hair-day. “Dan ben ik ’s morgens veel sneller klaar”. Er ontglipt mij een schampere lach. Zal ik haar uit haar droombeeld verlossen of zal ik het haar zelf laten ervaren?
Ik heb namelijk een haat-liefde verhouding met mijn hoofddoek. Naast de perikelen met de kinderen is mijn hoofddoek ’s morgens een stressmoment van hele andere orde. Wanneer ik eenmaal heb besloten wat ik ga aandoen, ga ik op zoek naar de juiste hoofddoekkleur. Ik heb een hele lade vol in allerlei kleuren en materialen. Wanneer ik mijn hoofddoek heb gevonden check ik deze op vlekken, gaatjes en andere ongeregeldheden. De stof glijdt zonder katoenen onderkapje namelijk zo van mijn hoofd af. Die onderkapjes zijn net sokken. Ze liggen overal en nergens. Na twintig minuten ben ik voorzien van het juiste kapje en de juiste hoofddoek.
Mijn haar gaat in de knot– dit is overigens het moment dat mijn collega al de deur uit kan vliegen. Kapje nummer er één erop. Het moet precies lekker zitten want anders heb ik de hele dag last van het-te-kleine-maillot-gevoel.
Ik heb speciale oerharde, niet buigende, sterke veiligheidsspelden aangeschaft die de boel bij elkaar moet houden. Iedereen kent het moment dat je na een niesbui in je broek plast. Dat is voor mij het moment dat mijn veiligheidsspeld losschiet. Dus niesen gaat tegenwoordig met beleid.
De sluier gaat op en ik drapeer deze over mijn schouders. Nu de knopspelden nog. Wie bij menig hoofddoek dragende moslima de vingers bekijkt, ziet die daar een leger aan kleine putjes. Dat is van alle keren dat we ons aan die naalden prikken. Gelukkig maar, dat we niet vervloekt zijn door de heks uit Doornroosje anders had je heel wat slapende moslima’s.
Nu moet ik nog zorgen dat het schoon en netjes blijft. Want mijn kinderen hebben inmiddels bedacht dat ze door aan mijn hoofddoek te trekken met hun vieze chocopasta handjes, mijn aandacht kunnen krijgen. Dus ook een simpel frietje is een uitdaging. Menig sausje is op al op mijn hoofddoek beland. Ik verwijs u even naar mijn vlekkencheck.
En toch doe ik het dag in dag uit. Waarom? Omdat als het eenmaal strak, glad en netjes zit, ik me heerlijk vrij en veilig voel. Mijn hijab is mijn identiteit en ook ik heb wel eens een slechte dag vol foute plooien en springende spelden en gekreukte stof.
Door Halima Özen voor de Linker Wang